Groeigebied Bangkirai
De bomen uit deze groep Shorea-soorten zijn afhankelijk van soort en groeiplaats 35-40 m hoog, maximaal 60 m. Oudere bomen hebben vaak 1-3 m hoge wortellijsten. De takvrije stammen zijn in het algemeen recht, rond en tot 20-25 m lang en hebben een diameter van 0,6-0,8 m, maximaal 2 m.
Bewerkbaarheid
Ondanks de grote hardheid is balau vrij goed af te korten, te zagen en te schaven. Door de kruisdraad kunnen bij het schaven van kwartiers gezaagde vlakken veel inspringsels voorkomen. Een goed gekozen spaanhoek kan hierin verbetering brengen.
Houtbeschrijving
Vers is het kernhout van balau geel tot grijsbruin gekleurd, soms met een roodachtige tint. In het daglicht verkleurt het in het begin snel tot bruin en daarna nog slechts langzaam tot donkerbruin. Het wit tot lichtbruin gekleurde spint steekt duidelijk af bij het kernhout en is 20-70 mm breed. Balau heeft een fijne en gelijkmatige structuur en gewoonlijk een sterke kruisdraad waardoor op het radiale of kwartierse vlak een duidelijke streeptekening ontstaat. Axiale harsgangen komen in tangentiaal verlopende bandjes veel in het hout voor en vormen op het langsvlak van het hout witachtige strepen. Afgezien van soms voorkomende pin holes (kleine wormgaatjes), kleine harszakken en enkele oppervlaktescheurtjes is het hout nagenoeg foutvrij.
Voornaamste toepassing
Balau met zijn goede mechanische eigenschappen en duurzaamheid is een uitgesproken houtsoort voor toepassingen buiten, in zware constructies, bruggen, brugdekken en brugleuningen, geluidswallen, sluizen en andere waterwerken in zoet water zoals damwanden, steigers enz. Verder geschikt voor industrie- en wagonvloeren, palen, dwarsliggers, vaten, hekken, poorten, pergola\’s en parkbanken.