Groeigebied Iroko
Tropisch Afrika. Milicia regia A. Chev. kan minder tegen droogte en komt alleen in West-Afrika van Gambia tot Ghana voor.
Bewerkbaarheid
Iroko is, zowel met de hand als machinaal, goed te bewerken. De gereedschappen worden hierbij minder snel bot dan bij teak, mits het geen kalkinsluitsels bevat. Om bij bewerkingen op vlak- en vandiktebanken \”inspringsel\” bij kruisdradig hout zoveel mogelijk te beperken, wordt een kleine spaanhoek geadviseerd. Bewerkingen voor profielen, pen- en gatverbindingen, boren en draaien leveren geen problemen op. Goede afzuiging tijdens bewerken van iroko is noodzakelijk om gezondheidsproblemen bij daarvoor gevoelige personen te voorkomen. Iroko-stammen hebben vaak grote inwendige spanningen. Bij bewerken kan dit leiden tot kromtrekken van bepaalde delen. Eenmaal bewerkt en goed droog blijft iroko zeer stabiel.
Houtbeschrijving
Vers gezaagd kernhout heeft een botergele tot bruingele kleur, soms met donkerbruine zones, nadonkerend naar goudbruin tot donkerbruin. Het lichtgekleurde spint is 50 tot 100 mm breed en duidelijk van het kernhout te onderscheiden. Door het voorkomen van draadafwijkingen en reactiehout kunnen vervormingen, ook na drogen, voorkomen. Typisch voor iroko is dat de houtkwaliteit tussen de aangevoerde partijen sterk kan variëren. Iroko vertoont in uiterlijk een vage gelijkenis met teak en wordt daarom wel eens met de naam iroko-teak, Afrikaans teak en kambala-teak aangeduid, wat onjuiste, misleidende benamingen zijn. De stammen bevatten soms zeer harde kalkachtige stoffen die in de vorm van flinke \”stenen\” kunnen voorkomen en de bewerking zeer nadelig kunnen beïnvloeden.
Voornaamste toepassing
Iroko is een sterke, zeer duurzame houtsoort die weinig werkt. Het hout is daarom geschikt voor zeer veel doeleinden, zowel binnens- als buitenshuis. Bijvoorbeeld kozijnen, ramen, deuren, gevelbetimmeringen, parketvloeren, binnenbetimmeringen, trappen, traptreden, meubelen, laboratoriumtafels (bij voorkeur samengesteld uit kwartiers gezaagde delen), kuipwerk voor de chemische industrie, jacht- en scheepsbouw (spanten, dekken, huiden en betimmeringen), carrosserie- en wagonbouw, draaiwerk en beeldhouwwerk. Van iroko kan ook fineer worden gesneden en geschild.